Als bankier Walraven van Hall in de Tweede Wereldoorlog wordt gevraagd of hij zijn financiële contacten voor het verzet wil inzetten, aarzelt hij niet lang. Samen met zijn broer, Gijs van Hall, bedenkt hij een riskante constructie om grote leningen af te sluiten waarmee het verzet gefinancierd kan worden. Als ook dat niet genoeg is plegen de broers de grootste bankfraude uit de Nederlandse geschiedenis: tientallen miljoenen guldens worden onder het oog van de bezetters de Nederlandse bank uit gesluisd.