De tienjarige Toda woont samen met haar vader boven hun bakkerij, waardoor Toda alles weet over gebak en taart. Bovendien is ze dol op de trompetmuziek van haar vader. Op een dag verandert haar leven drastisch wanneer haar vader opgeroepen wordt om zijn land te verdedigen. Omdat ze alleen komt te staan, begint ze een reis naar het buitenland op zoek naar haar moeder. Tijdens haar tocht maakt ze nieuwe vrienden, ontmoet ze vreemde volwassenen en komt ze soms in absurde situaties terecht.