Stippie, de hond van de vijfjarige Adriaan, is dood gegaan. Adriaan probeert de dood van zijn hondje een plek te geven. Letterlijk en figuurlijk. Samen met zijn vader gaat hij een kist voor Stippie kopen en zijn moeder regelt dat hij in het bos begraven mag worden. Zijn vriend Teun gaat ook mee om Stippie te begraven.